We
zijn op Terschelling, geliefd om de natuur, de gastvrijheid, de eindeloze
mogelijkheden om er eens lekker tussen uit te zijn en natuurlijk om de
Berenloop. Een van de mooiste en sfeervolste loopevenementen van ons land. De
Berenloop is meer dan alleen maar hardlopen op die ene dag, die eerste zondag
van november. Het is een weekend lang voor hardlopers en hun aanhang, van
inspanning en ontspanning in een geweldige ambiance. Dat begint al op de
heenreis, voor sommigen op vrijdag, voor velen op zaterdag en voor de rest op
zondag, waar bekenden elkaar treffen en de stand van zaken en het weekend
alvast even doornemen. Het krijgt een vervolg op zaterdagmorgen bij de Kleine
Berenloop, ooit gestart als Breakfastrun, als laatste voorbereiding op het
grote gebeuren op zondag, en thans uitgegroeid tot een op zichzelf staand
feestelijk loopevenement voor diegenen die de (halve) marathon (nog) een brug
te ver vinden met afstanden van vijf of tien kilometer over een prachtig
parcours.
Dan
op zondag, de dag van de hele en de halve marathon. Verzamelen voor de start
bij de Brandaris is op zich al een feestelijk gebeuren. Ruim van te voren is
het daar een drukte van jewelste; hardlopers, toeschouwers, belangstellenden,
organisatoren en vrijwilligers die de laatste voorbereidingen treffen. Warming
up onderleiding van Arjen Visserman met een man/vrouw of veertig naar en op het
Groene Strand. Eenmaal terug bij de Brandaris, overtollige kleding afgeven, nog
wat drinken, een bemoedigend klopje en een laatste aanwijzing in ontvangst
nemen van bekenden en onbekenden en dan op naar het startvak.
De
start; de misthoorn loeit, de spreekstalmeester met de laatste aanmoedigingen,
een schuifelende mensenmassa en dan gaan.
De
finish; feestelijk, over de rode loper, die laatste tientallen meters, muziek.
Wat overblijft is een voldaan gevoel. De apotheose 's avonds bij Hessel, gratis
champagne. Wat een happening en op de terugreis hebben we het er nog maar eens
over.
![]() |
Warming up op het Groene Strand(foto Hieke Osinga) |
Ik
laat mijn gedachten de vrije loop en als vanzelf kom ik terecht bij mijn eerste
Berenloop, nu zes jaar terug. Het was tevens mijn eerste halve marathon en ik
voel nog die onzekerheid of ik het halen zou of niet. Nog nooit verder gelopen
dan zeventien kilometer.
Ik
moet ook toen ongeveer op dit tijdstip hier gelopen hebben, ter hoogte van
Halfweg. Nog niet echt halverwege, zelfs nog geen vijf kilometer onderweg. De
eerste hindernis achter de rug, de klim bij Stay Okay. Rustig aan was destijds
mijn motto. Vooraf en vooral gewaarschuwd voor het strand. Dat zou onmenselijk zwaar
zijn, althans dat heb ik er toen van gemaakt.
Vandaag
heb ik mijn loopmaatjes gevonden. Een klein groepje bekenden van de eigen
Loopgroep. Wisselende contacten, iemand sluit aan, een ander valt af, we worden
voorbij gelopen en wij halen in en zo gaat het steeds maar voort. Ik sla het
gade, een vermakelijk schouwspel! Niet zelden wordt de overmoedige loper weer
ingehaald. Haastige spoed is zelden goed! We wisselen een enkel woord over het
weer en bevragen elkaar hoe het gaat. Hier en daar een handje vol toeschouwers.
Wij vermaken ons en zij ook. Af en toe knalt er muziek over het parcours. We
vorderen gestaag op weg naar Midsland.
Dan
slaan we links af, de weg loopt iets omhoog. Dat wordt gevoeld, maar deze keer
niet door ons. Even later door de Dorpsstraat van Midsland. Veel toeschouwers.
Aanmoedigingen, applaus valt ons ten deel, een fotograaf en nog een en dan zijn
we het dorp uit op weg naar Formerum. De groep is uiteen gevallen, we zijn nog
met z'n tweeën, in het oranje, de rest van onze
Loopgroep loopt voor of achter ons. Het gaat goed. Niet met iedereen, er wordt
gewandeld. Jammer, je hoopt dat het jezelf niet overkomt. Niet aan denken,
doorlopen.
Formerum,
bij de molen veel toeschouwers. De stemming zit er goed in zo te zien en te
horen. Bij ons tweeën ook. Maar naast mij hoor ik geklaag
over hoe zwaar het gaat en over pijn. Dan weer links afslaan, even is er wat
gedrang. De weg is wat smaller en zodra er drie of vier naast elkaar lopen is
er geen mogelijkheid er langs te gaan. Je moet je, of je wil of niet, even
inhouden. Dat is vervelend, omdat je nu gedwongen wordt in wisselende tempo's
te lopen. Het is niet anders. We passeren de 10 kilometer. De tijdwaarneming
geeft precies een uur aan. Het verwondert mij, ik had het gevoel dat we sneller
zouden lopen, het valt gewoon tegen. Ik spreek mezelf moed in door er een
viertal minuten af te trekken, tenslotte is er een bruto en een netto tijd. Ik
vermijd het om er over te praten met mijn loopgroep maatje. Hopelijk heeft hij
er niet op gelet.
We
zitten weer in ons ritme en Midsland Noord nadert met rasse schreden. Ook hier
weer veel toeschouwers, vooral turend en op zoek naar bekenden in het
loopcircus. Dat is nog niet zo gemakkelijk weet ik uit ervaring. Een bocht naar
rechts, een naar links en weer naar rechts en dan met de wind in de rug naar
Midsland aan Zee.
Op het strand richting West aan Zee(foto Janke van der Schaaf) |
Onderaan
bij het duin aangekomen, zijn er een paar die het zekere voor het onzekere
hebben genomen: zij wandelen naar de top. Wij nemen kleine passen en komen met
het hart in de keel boven. We worden overrompeld door het fenomenale uitzicht:
het brede strand, geplaveid en wel, zover het oog kan reiken een lang en
kleurig lint van hardlopers, de zee met de branding in het wit als achtergrond
en alles zonovergoten. We delen ons euforisch gevoel, maar we moeten ook voort.
De eerste kleine honderd meter van het strand is wat minder hard dan wij op het
eerste gezicht hadden gedacht. Ik voel mijn bovenbenen, maar ik zeg niets, ik
loop. Het is snel voorbij, met gezwinde pas overzie ik de lange rij voor mij.
In de verte ontwaar ik wat oranje shirtjes, het moeten de kleuren van onze
Loopgroepers zijn. We lopen langzaam maar zeker op ze in, halverwege het strand
weten we het zeker. We gaan ze voorbij een honderd meter voor de
strandovergang. Er is geen twijfel waar je langs moet, een dichte haag van
toeschouwers aan beide zijden van het "pad" zien hoe wij zwoegen om
boven te komen. Ik moet mijn loopmaat laten gaan. Boven gekomen zie ik de
afstand tussen ons groter worden, zij het langzaam, maar ik heb geen illusie
dat ik nog bij hem zal komen. Naar beneden, ik pak een spons en wis het zweet
van het voorhoofd en uit de nek. Even twijfel ik of ik de spons zal weggooien.
Een ander moet het tenslotte maar weer opruimen. Maar als ik de enorme
hoeveelheid sponsen en bekertjes zie, is mijn besluit makkelijk genomen. Nog
eenmaal omhoog, velen om mij heen moeten het tempo drastisch omlaag brengen,
maar met mij gaat het wonderwel goed. Dat is andere jaren weleens anders
geweest. Boven gekomen passeer ik het 15 km punt. Nog zes en een beetje.
De
Longway staat vooral in het begin bekend als kuitenbreker, maar als het bos
begint, is dat leed ook weer geleden. Ik kan me opmaken voor het minst
opwindende deel van het parcours. Het lopersveld ligt ver uiteen, hier en daar
gesteun en gekreun, de laatste loodjes wegen ook vandaag voor velen zwaar. Wie
er oog voor heeft, kan nog genieten van de prachtige herfstkleuren in de
wetenschap dat hij met iedere stap dichter bij de bevrijding komt. Hoewel ook
ik de vermoeidheid begin te voelen, neem ik de wijze lessen van onze trainer
ter harte: blijf rechtop, ontspan de schouders, let op je ademhaling, kijk fier
vooruit, denk aan de armbeweging en ....... loop met plezier. Dan ......ik zie
hem nog niet, maar hoor hem wel. Jan Kooistra, de onvermoeibare, die op de
laatste kilometer ons moed in praat. Jan bedankt, maar wil je volgend jaar, uit
naam van ons allen, op die laatste paar kilometers de bordjes niet zo ver uit
elkaar zetten. Een kilometer is een kilometer! Daar moeten we nog eens een goed
gesprek met elkaar over hebben.
Als
ik onder de finish boog door loop, word ik overvallen door een vermoeid maar
voldaan gevoel, weer binnen de twee uur volbracht. Het was prachtig, sfeervol
en wat hebben we het getroffen met het weer.
Meeloper
Geen opmerkingen:
Een reactie posten