Ik heb Spanje leren kennen doordat mijn
vrouw daar vandaan komt. In het binnenland wel te verstaan. In de Comunidad
Castilla La Mancha, streek Alcarria, dorp Auñón. Een bergachtig gebied met
prachtige uitzichten en meren (pantanos), gevoed door de Taag ( el Tajo ). Daar
kom ik nu al 23 jaar en met veel plezier. Ik mag me ondertussen wel één van hen
noemen. Maar alles wat ik daar gedaan heb, hardlopen nog nooit. Ik ben dit jaar
begonnen met hardlopen en sinds april zit ik bij de loopgroep Sneek. Dit jaar
nam ik daarom mijn hardloopschoenen mee om maar vooral door te blijven trainen.
Helaas was het dit jaar veel te heet om veel te lopen. Elke dag 37+ graden is
een beetje teveel van het goede, bovendien was het om 10 uur ’s avonds nog steeds
33 graden. Zo af en toe dan maar in de ochtend was het plan. Om 8 uur is het al
23 graden en om 10 uur 31 graden.
Nu ben ik niet echt een vroege vogel en
omdat het ’s avonds heerlijk zitten is op het dorpsplein en de kinderen tot 2
uur ’s nachts ronddraven in het dorp, gaat eigenlijk iedereen die kinderen heeft
laat naar bed. Ik heb mijn lopen dus beperkt tot eenmaal per week en dat
gedurende de afgelopen 5 weken.
Middels enkele foto’s kan ik weergeven in welke omgeving ik zat. Mijn eerste loopje was van mijn dorp naar de Romeinse brug, zo’n 6 kilometer buiten het dorp en terug. Eerst naar beneden en de terugweg omhoog ( alles geleidelijk, een niveauverschil van ruim 150 meter ). Onderweg langs een kleine weg kom je oude verlaten olijfvelden tegen. Voor “De Meeloper” die ze ook tegenkwam in een eerdere blog: alle land in Spanje is verdeeld geweest en kent vele eigenaren. Het zijn veelal kleine veldjes ( 2.000 – 10.000 m2 ) die in familiebezit waren/zijn. Vaak verspreid over de gehele streek waar ze wonen. Door complicaties bij erfenissen en vele broers en zusters die het niet eens werden, zijn deze velden door niemand meer in gebruik, maar nog wel in bezit. De prachtige olijfbomen zijn daarom niet meer geschikt voor productie van olijven.
Middels enkele foto’s kan ik weergeven in welke omgeving ik zat. Mijn eerste loopje was van mijn dorp naar de Romeinse brug, zo’n 6 kilometer buiten het dorp en terug. Eerst naar beneden en de terugweg omhoog ( alles geleidelijk, een niveauverschil van ruim 150 meter ). Onderweg langs een kleine weg kom je oude verlaten olijfvelden tegen. Voor “De Meeloper” die ze ook tegenkwam in een eerdere blog: alle land in Spanje is verdeeld geweest en kent vele eigenaren. Het zijn veelal kleine veldjes ( 2.000 – 10.000 m2 ) die in familiebezit waren/zijn. Vaak verspreid over de gehele streek waar ze wonen. Door complicaties bij erfenissen en vele broers en zusters die het niet eens werden, zijn deze velden door niemand meer in gebruik, maar nog wel in bezit. De prachtige olijfbomen zijn daarom niet meer geschikt voor productie van olijven.
Je komt langs het oude, niet meer in
gebruik zijnde treinstation van ons dorp ( toen het nog een voorspoedig dorp
was ) en loopt nog een paar honderd meter verder naar de Romeinse brug. Als je
die oversteekt zie de de Visera, een oude weg, die in de tijd van Franco is uitgehakt
uit de bergen. Vele dwangarbeiders lieten het leven om deze weg te bouwen. De
weg is niet meer in gebruik, maar lokt vele Spaanse toeristen.
Mijn tweede loopje was iets uitdagender,
namelijk de tocht naar onze “Ermita”. Dat is een bedevaartskerk van het dorp
waar de heilige maagd zich bevindt. Eens per jaar lopen de mensen uit het dorp
in processie naar deze Ermita, die op 7 kilometer van het dorp ligt. Het
hoogteverschil is 770 meter. De prachtige slingerweg die er naartoe gaat is
adembenemend. De uitzichten bij de Ermita ook. De Ermita kijkt uit over het
kunstmeer van Entrepeñas en op de verschillende foto’s kan je zien wat er aan
de hand is.
Het is niet alleen de droogte die ervoor
zorgt dat het meer nu bijna leeg is, integendeel. Het meer wordt leeggepompt en
het water wordt geleid naar Murcia, de droogste Comunidad van Spanje. Het water
wordt echter gebruikt voor de vele Golfbanen en dat steekt. Het toerisme blijft
weg, de Horeca kakt in en de dorpen raken leger en leger. Protesten over deze
“Trasvase” helpen niets. De regering doet wat ze wil en tja, corruptie speelt
ook hier een grote rol. Jammer voor de dorpen, jammer voor de natuur, jammer
voor het prachtige meer. We hopen maar weer op een regenachtige herfst en
winter.
De weg van de "ermita" naar ons dorpje |
Het meer in betere dagen |
Ik ben het niet gewend om te hardlopen in de bergen. Ik heb het maar rustig aan gedaan. Bergaf dacht ik het makkelijker te hebben, en het lijkt hard te gaan, maar voor de knieën en rug is het even wennen. De rest van mijn routes was een herhaling van route 1. Ik ben blij dat ik nu weer op het platteland mag hardlopen, onder normale weersomstandigheden, dat ligt mij toch iets beter.
Albert Jan
Geen opmerkingen:
Een reactie posten