De draad weer oppakken...........
Na een (lange) vakantie is het goed thuis komen. Gelopen
heb je wel, maar niet zo vaak, niet zo ver en niet zo snel. Ach, je weet hoe
dat gaat. Vakantie is lezen, wat luieren en je neemt wat meer van het een en
ander dan gebruikelijk. Je kent het wel.
Ik ben weer thuis. Gelukkig, de Loopgroep is niet met
vakantie. Ik pak de draad weer op, want over een week of twaalf wacht er een
mooie halve marathon, waarvoor ik me al heb ingeschreven. Ik wil er nog niet te
veel aan denken. Wat valt dat tegen die eerste keer dat ik me weer aansluit bij
de groep. Het tempo ligt beduidend hoger dan ik in de vakantie heb aangehouden.
Ik hijg na een paar honderd meter als een Molenpaard, m'n benen zijn niet gewend
aan het snellere ritme en ik merk dat ik ook nog wat meer gewicht hebt mee te
dragen. Kortom, de conditie is naar de knoppen, de conditie die ik zo
zorgvuldig heb weten op te bouwen. Alle moeite en inspanning voor niks. Gedane
zaken nemen geen keer, van spijt kan geen sprake zijn.
Naarmate de (interval) training vordert, wordt het
verlangen naar het einde groter. In het begin was ik nog spraakzaam, maar
naarmate de tijd verstrijkt, word ik zwijgzamer. Ik heb m'n handen vol aan
mezelf. De benen doen pijn, m'n hartslag daalt in de pauzes nauwelijks en met
moeite haal ik het einde. Ik laat me niet kennen en doe alsof er niets aan de
hand is, ik klaag niet, maar ik heb pijn in spieren waarvan ik het bestaan was
vergeten.
De volgende morgen kom ik moeizaam uit mijn bed, ik heb
medelijden met mezelf, ik probeer m'n omgeving niets te laten merken van al die
ongemakken. Ik vrees hun scherpe tong, hun meewarige blik. Want was zij het
niet die tijdens de vakantie af en toe eens indringend aan mij vroeg: "moet je niet lopen, mooie
omgeving, goed weer en er staat niks op het programma; dus ga je gang!"
Edoch, hoe ze ook aandrong, het was boter aan de galg. Het leven lachte me toe,
de zon scheen en ik verheugde me al op het terras en het glas wijn dat ik in gedachten
had aan het eind van de middag.
In de loop van de dag gaat het wel wat beter, de stijfheid
is aan slijtage onderhevig en ik ben met m'n gedachten niet steeds bij al het
ongemak. Ik zie het weer helemaal zitten die halve marathon over een week of
twaalf. Er is tenslotte nog genoeg tijd.
's Avonds denk ik al weer aan de volgende training over een
paar dagen met de groep.
De tweede training gaat het nauwelijks beter. Wat een
ellende. Ik denk terug aan de vakantie en aan de gemiste kansen om hard te
lopen. Ik vervloek m'n luiheid, al die glazen wijn en dat lekkere eten. Ik
sukkel mee en daar is dan ook alles mee gezegd. Die halve marathon ligt me
zwaar op de maag. Ik overweeg serieus de startkaart op internet te zetten. En
zo geraak ik in een vicieuze cirkel; ik kan niet meer meekomen met de groep,
m'n lijf doet pijn, de toekomst als hardloper van die 21 kilometer kan ik wel
vergeten, met als gevolg dat ik nog meer ga sukkelen.
Gelukkig zijn daar de collega's van de Loopgroep. Ze helpen
me graag, ze halen me uit het moeras met een opbeurend woord, ze lopen een
tijdje naast me en praten tegen me aan over van alles nog veel meer. Juist als
ik weer moed begin te krijgen en voorzichtig weer aan de halve marathon begin
te denken laten ze me letterlijk en figuurlijk staan en gaan ze er als een
speer vandoor. Mismoedig volg ik de rest van de groep aan de staart van het
peloton . Meeleven duurt nu een maal niet lang.
Met iedere training gaat het wat beter. Ik kan weer
meekomen, mijn hartslag daalt weer snel na een inspanning, de spierpijn en de
stijfheid van lijf en leden na afloop worden met de keer minder. Als dan ook
nog blijkt dat ik me vergist heb in de datum van die halve marathon, zodat ik
een tweetal weken meer de tijd krijg, dan groeit mijn hoop op deelname aan de
halve marathon.
Een training met de groep is evenwel nog geen 21 kilometer
aan een stuk door hardlopen. In de training ligt het accent op interval, op
snelheid, op een maximale afstand van 1500 meter in hartslag zone 4 of 5, op
herstel na een explosieve inspanning. In een halve marathon komt het aan op
duur- en uithoudingsvermogen, op het ontlopen van de man met de hamer, op
ritme, op een juiste verdeling van je krachten.
Vandaag is het mooi weer, half bewolkt, wel een stevige
wind uit westelijke richting, een temperatuur van net beneden de 20. Zal ik
wel, zal ik niet. Ik kan geen smoes/ uitvlucht bedenken om niet te gaan. Ik
zucht een paar keer diep. Ik zie de route voor me, voel de pijn na een 10
kilometer, ik vrees de saaiheid van de omgeving. Ik ken mijn rondje van haver
tot gort, ik hebt 'm tenslotte ontelbare keren gelopen, ik weet precies waar ik
het moeilijk zal krijgen. De zin en de lust zakt me in de schoenen.
En toch.......... ga ik op pad. Ik heb me voorgenomen om in
hartslagzone 2, hooguit in 3 te lopen, dan moet het te doen zijn, die 16
kilometer, die ik in gedachten heb. En dit alles met het doel om mezelf een
kans te geven op die halve marathon over eind september, de tijd staat
tenslotte niet stil.
De eerste kilometers gaan boven verwachting gemakkelijk;
geen pijn in de benen, de ademhaling heb ik op orde, het kost weinig moeite,
m'n hartslag ligt in de zone die ik in gedachten had. Ik begin te genieten van
het lopen en 'buiten uit' lacht de wereld me tegemoet. Het landschap ligt er
zonovergoten bij, de weilanden groen, koeien en schapen grazen, een paard met
veulen staren me aan als ik passeer, in de verte een boerderij blinkend in de
zon en aan de horizon maakt een enkele kerktoren het beeld kompleet. Wat wil
een mens nog meer? Mijn stemming krijgt elke honderd meter een nieuwe impuls,
m'n zelfvertrouwen over het 'heelhuids' en zonder pijn en moeite volbrengen van
deze missie stijgt. Mij kan niets gebeuren, ik loop ontspannen kilometer na
kilometer. Even ontstaat er twijfel; een kuil in het wegdek over het hoofd
gezien, gooit roet in mijn vrolijke humeur, m'n voet zwikt en omdat de landing
met rechts een fractie van een seconde later plaats vindt dan alle voorgaande
keren, reageert de gehele rechter zijkant van m'n lichaam met een pijnscheut.
Het blijft niet bij een scheut, de pijn zeurt in heup, enkel en knie. De
euforische stemming waarin ik verkeer, maakt plaats voor angst. Angst dat ik de
rest van de kilometers de pijn zal toenemen. Als Sombermans zich geheel van mij
heeft meester gemaakt en ik zwaar te moede de laatste kilometers tegemoet zie,
verdwijnt de pijn als sneeuw voor de zon. Mijn zelfvertrouwen op een goede
afloop groeit en vrolijk fluitend vervolg ik m'n pad; mij kan niets meer
gebeuren.
Eenmaal thuis blik ik terug op mijn 'prestatie'. Zestien
kilometer in een rustig duurloop tempo was een overwinning op mezelf, op mijn
onzekerheid. Wat geeft dat een voldoening en positieve draai aan mijn verdere voorbereiding op die halve
marathon over een paar weken, daar op het mooie eiland Texel.
Meeloper
Geen opmerkingen:
Een reactie posten