Voor elk wat wils
--de 14 kilometer geldt als een
klassieker en is vooral pittig wanneer het nat en koud is (geweest), maar ook
uitdagend vanwege het traject door de veelal sompige weilanden en de hekken die
beklommen moeten worden; --de
10 kilometer staat bekend als de Merenloop in het klein, waarbij het traject
door het weiland, dus ook de hekken, voor het grootste deel wordt vermeden; --de 5 kilometer, de gelegenheid bij uitstek
om een persoonlijk record te lopen; --de
jeugdlopen voor de maximaal 12 jarigen en tenslotte de mogelijkheid om
wandelend de 14 kilometer de baas te worden.
Het is mijn eerste keer hier in Grou. Het is
koud, gelukkig regent/sneeuw het niet, zoals voorspeld. De warming up heb ik
achter de rug. Ik sta op het Halbertsmaplein en velen met mij. Ik heb verhalen aan
gehoord over de Merenloop. Verhalen over hekken, blubber, valpartijen en wind. Ik
heb zo’n plastic poncho aan. Zo blijf ik tenminste redelijk op temperatuur.
Koude voorpret op de pream |
Ouwe rotten Diegenen
die al vaker aan de Merenloop hebben meegedaan weten wat ze kunnen verwachten.
Zij scheppen er behagen in om hun beproevingen van een van de vorige edities,
al of niet wat aangedikt, uitvoerig en luid te bespreken. De tunnel, die twee
maal genomen moet worden, wordt afgeschilderd als een dieptepunt in de meest
letterlijke zin en het traject door het weiland zou door de zuigende kracht van
de klei de grootste aanslag op de beenspieren zijn in je bestaan, de hekken zouden
nauwelijks te nemen obstakels vormen en op die open vlakte (weiland) zou je een
speelbal van de wind zijn. Zo wordt de tijd voor de start gebruikt om iedereen,
maar vooral zij die voor het eerst hier in Grou meedoen, duidelijk te maken dat
het geen sinecure is om De Merenloop tot een goed einde te brengen. Zij oogsten
noch ontzag, noch veel bewondering met hun verhalen. Schouderophalend wordt het
aangehoord, want wat moet je ook met zulke praat. Je hebt je ingeschreven, je
wil een Merenloop shirt en je staat al in het startvak. Er is geen weg meer
terug, je gaat ervoor en je zal er het beste van maken!
Niet ver bij mij vandaan staat de man met
ervaring. Volgens eigen zeggen loopt hij hier al voor de vijfde keer. Ik geloof
hem graag, maar ik heb niets aan deze informatie. Hij weet er alles van en dat
wil hij ook graag(ongevraagd) laten weten. Zo vertelt-ie dat-ie ooit een schoen
verloor. Hij sprong over een hek, kwam neer in de modder, wilde verder lopen en
ontdekte een paar meter verder dat-ie nog maar op een schoen liep. Hij terug om
zijn schoen weer op te halen. Het schijnt gelukt te zijn, maar het heeft hem
wel zeker 10 minuten gekost. Kon-ie eerst z’n schoen niet vinden; moest-ie ‘m
uitgraven Tja, mensen maken wat mee, maar ik heb niet de indruk dat de
omstanders veel geloof hechten aan het verhaal.
Al binnen
Wachten
op het startschot. De jeugd is inmiddels al weer gefinisht. Bij de start zijn
ze in volle vaart vertrokken. Na afloop vermoeide en verhitte hoofden, met trots
hebben ze hun medaille en een verrassing in ontvangst genomen. Vol bravoure
wordt er over “hoe ver en zwaar” het was verteld. Maar de vermoeidheid is snel
verdwenen. Een enkeling stort zich nog even op het springkussen.
Weersomstandigheden maakten het parcours loodzwaar |
Ook de wandelaars zijn binnen. De meesten hebben het koud als
ze de finish passeren. Ze zijn opgelucht dat het voorbij is. Het onthaal met
koffie en cake onderweg werd onder deze barre omstandigheden erg gewaardeerd. Het
vooruitzicht van een kop erwtensoep doet wonderen. Iedereen blikt dan ook
tevreden terug.
Start De
hardlopers starten met een tussenpose van 20 minuten, te beginnen met de 14 km.
Als het schot is gevallen het gebruikelijke tafereel. De wedstrijdlopers voorop
en daarachter komt langzaam maar zeker de meute in beweging. Druk gekakel
tussen de lopers onderling en aanmoedigingen vanuit het talrijke publiek. Hier
en daar loopt men elkaar wat in de weg, maar met de nodige inschikkelijkheid komt
iedereen zonder kleerscheuren de eerste honderd meter door.
Langs het kanaal is
het pad erg smal. Passeren is een hachelijke zaak. De berm is erg ongelijk en
glibberig door de sneeuw. Voorzichtigheid is geboden. Het lukt me niet om bekende
lotgenoten in het oog te houden. We hebben elkaar vooral succes toegewenst. Dat
staat vandaag gelijk aan “doe voorzichtig en voorkom blessures”. Succes onder
andere omstandigheden en op een parcours zonder weiland en hekken staat gelijk
aan “loop hard, maar vooral niet zo hard als ik”. Maar vandaag is het anders!
Dan een waarschuwing “klein stukje modder”. Ik probeer nog te voorkomen dat ik
door de blubber bagger en balanceer stapvoets over een smalle loopplank. Ik ben
niet de enige.
Verder En
dan is er ruimte. Verder op weg naar de tunnel krijg je gelegenheid om in je
ritme te komen. De stemming is ogenschijnlijk goed en het tempo ligt hoog met
de wind in de rug..
Ik kijk wat om me
heen. De meesten zijn goed ingepakt; mutsen en handschoenen en als ik het goed
inschat minstens een paar lagen kleding onder het jack. Toch is er een
enkeling, die schijnbaar geen last heeft van de koude. Letterlijk blootshoofds
en een driekwart broek. De gezichten staan strak; er wordt af en toe nog een
woord gewisseld.
Dan een bocht naar rechts om vervolgens als er drie kilometer
op zit een draai van 180˚; het talud van de tunnel. Eenmaal beneden moet je ook
weer omhoog, een keihard gegeven. Het is de eerste beproeving deze middag.
Menigeen heeft het moeilijk, maar eenmaal boven is het leed gauw geleden.
Ook ik had het wat
moeilijk; het ging allemaal niet zo soepel, het tempo zakte behoorlijk. Het
groepje waarin ik liep is uit elkaar gevallen. Veel moeite met de ademhaling.
Ik hijg dan ook als een molenpaard. Maar eenmaal boven op het vlakke stuk heb
ik mijn ademhaling weer snel op orde. Dan een “verrassing”, die eigenlijk
verrassing mag zijn, want je wist wat je te wachten stond. Ik denk; “ nu al het
weiland in”? Ja en hoe! Er is geen ontkomen aan. In de eerste de beste bocht
dreig ik onderuit te glijden, met moeite houd ik me staande. Modder overal.
Binnen de kortste keren zit ik eronder. En dan............zoveel mogelijk aan
de buitenkant van het “pad” je weg zoeken. Maar molshopen, kuilen, kluiten
klei, restanten van maïs zijn overal. Na een honderdtal meters kan het je niet
meer schelen. Je ploetert voort.
Lopen en lijden
Hardlopen en lol onderweg |
Liep je nog in een min of meer vast groepje, dat kun je nu
wel vergeten. Er zijn er die ogenschijnlijk ineen storten; het tempo zakt
drastisch en het gezucht en gekreun neemt fors toe. Maar er ontstaan nieuwe
groepjes, maar van korte duur. Het is weer ieder voor zich en het drassige
weiland voor ons allemaal. De hekken vormen een hoofdstuk apart. Je hebt erbij die
zo’n horde nemen alsof ze over een drempel stappen. Dan zijn er die voorzichtig,
trede voor trede/spijl voor spijl/stang voor stang/plank voor plank, het hek de
baas worden en boven op het hek hun hoogtevrees met moeite weten te overwinnen.
Er zijn die met één stap boven op het hoogst punt staan en dan met een sprong
hun weg vervolgen. Eenmaal het hek genomen wordt de tocht hervat. Bij hek nr. 4
is de aardigheid er bij de meesten wel af; de gezichten staan op onweer en
lopen is lijden geworden. Maar aan alles komt een eind.
Eerlijk is eerlijk, ik
ben blij dat dit deel erop zit. Het was zwaar. Ik had moeite om na een hek weer
in het ritme te komen. Daar hadden er meer last van. De modder zit overal;
schoenen, broek, jack en zelfs spatten op mijn bril. Ik ben niet de enige die
er zo bemodderd uitziet. Ik vond het ergste van een hek de afsprong. Soms kwam
je in de sompige grond terecht en dan weer landde je op een onverklaarbare
manier toch op een harde ondergrond. Velen waren je al voor gegaan, dus de
grond zat vol met kuilen en bulten. Het was uitkijken geblazen. Na een ruim 7
kilometer nader ik het Prinses Margriet kanaal weer. Aan de overzijde ligt
Grou. Met de wind in de rug gaat het voorspoedig. Ik haal wat lopers in; een
tweetal hekken staan open. Dat scheelt. In de verte zie ik de lopers van de 10
kilometer. Hier is het weiland niet zo stuk getrapt. Ook dat scheelt. Dan,
wanneer de route weer verhard is, voegt de 10 kilometer bij. Het is even druk.
Gelukkig is de tunnelroute breed genoeg.
Meeloper op oude schoenen |
Van diepte- naar
eindpunt
De
gezichten klaren weer op als het weiland wordt verlaten en op het 9 km punt is
men de ontberingen vergeten. De ervaren Merenlopers weten dan dat de man met de
hamer nog op de loer ligt. De tunnel doet zijn slopende werk. Er zijn er die er
de brui aan lijken te geven. Wandelend komen ze boven en moeizaam hervinden ze
zich.
Deze tunnelgang gaat
heel wat gemakkelijker dan de eerste. Vraag me niet hoe het komt. Het zijn van
die onverklaarbare en mysterieuze krachten in de sport. Het geeft in ieder
geval een goed gevoel.
Na de tunnel het stuk weer langs het kanaal. Tegenwind. Een
enkele toeschouwer, kou kleumend, langs de route op zoek naar een bekende. De
muziek wordt hoorbaar. Een bocht naar links, een blik op het Pikmeer,het
Theehuis rechts, boten liggen nog in winterse rust aan de steigers en dan die poort:
DE FINISH. Het zit erop. De wedstrijdlopers zijn al lang binnen. Ze hebben de
prijzen verdeeld. De erwtensoep smaakt als nooit te voren. De verhalen gaan
over hoe zwaar het was, over die rottige hekken, over het lange talud van de
tunnel, over het gladde traject door het weiland en over hoe smerig schoeisel
en kleding is geworden. Er wordt ook gelachen, geen leed vermaak, maar gewoon
omdat het “leuk” was, om die ene man die uitgleed en was gevallen in de modder
en over hoe harkerig sommigen over de hekken zijn geklommen. Tijden worden
uitgewisseld en met elkaar vergeleken in het besef dat iedereen zich “uit de
naad” heeft gelopen. Een voldaan gevoel neemt bezit van de lopers. Met een
ervaring rijker vertrekt de een na de ander huiswaarts. Wat het weer betreft:
Hoewel het koud was en de wind onaangenaam, heeft het niet gesneeuwd, noch
geijzeld, noch geregend. En dat was een geluk. Ach, het viel achteraf allemaal
wel wat mee. Indachtig het spreekwoord: “de mens lijdt het meest van de zorgen
die hij vreest” nemen we afscheid van de Merenloop 2013. Het wordt langzaamaan
weer rustig in Grou.
Meeloper (foto's Janke van der Schaaf)
Jeugdloop 2,5 km Wouter Klasen 16.75
5 km: Tialda Brouwer 28.43; Titia Brouwer 28.46; Peter
Meylis 30.21
10 km: Durk Brouwer 54.34; Inge Klasen 1.01.18
14 km: Hans Jan Jaspers 1.06.59; Pieter Klasen 1.13.26;
Frank Klasen 1.15.01; Klaas van Tricht 1.15.43
De uitslagen zijn niet helemaal compleet.
Overige uitslagen zijn te vinden op: http://www.merenloop.nl/uitslagen.html
De uitslagen zijn niet helemaal compleet.
Overige uitslagen zijn te vinden op: http://www.merenloop.nl/uitslagen.html
Geen opmerkingen:
Een reactie posten