De Vuurtorenloop heb ik inmiddels mentaal en fysiek achter
mij gelaten. Vandaag trek ik de schoenen maar weer eens aan. Volgens het
trainingsschema zou ik nu toe zijn aan een intervalprogramma. Burgerlijke
ongehoorzaamheid speelt mij parten; de omgeving is zo uitdagend mooi.
Ongestraft mag ik vandaag eens doen wat me onderweg invalt.
Zo ga ik vroeg op pad in een opperbeste stemming. De zon
schijnt, er is weinig wind en de vogels fluiten. De natuur is wel wat verder
dan bij ons in het Noorden. Paardebloemen, madeliefjes, boshyacinten en
boterbloemen lachen je te gemoed. Ik verlaat het asfalt en neem het voet-,
fietspad
|
Renesse, bloemenpracht |
door de duinen. Geen mens te zien op dit vroege uur. Het pad kronkelt
en glooit door een schitterend duinlandschap. Ik loop in westelijke richting.
Rechts de hoge duinen, de bescherming tegen een mogelijk oprukkende zee. Ze
zijn volledig begroeid met helm, met duindoorn, lage wilgenstruiken en daar
bovenuit af en toe een enkele berk en els. Links het glooiend duinlandschap dat
geleidelijk overgaat in een polderlandschap, begroeid met vooral allerlei
soorten grassen. Het is wat gaan waaien vanuit het westen. Ik prijs me gelukkig
dat ik loop over dit prachtige parcours. Mijn nieuwsgierigheid kan ik niet
bedwingen bij de eerste de beste duinovergang. Ik 'klim' omhoog om eenmaal
boven een moment te genieten van het uitzicht over een breed strand en de zee.
Op het strand, ver weg aan de waterlijn, ontwaar ik iemand met zijn hond. Zal
ik wel, zal ik niet. Ik besluit om niet het strand op te gaan. Met lange passen
rol ik het duin af om mijn pad in westelijke richting te vervolgen. Ik heb er
inmiddels een viertal kilometers op zitten. De 'verhogingen' op mijn weg worden
hoger en talrijker. Ik bedwing ze op mijn gemak. Tenslotte loop ik voor mijn
plezier. Ik ontmoet de eerste collegae hardlopers. We groeten, zoals
gebruikelijk.
|
"het uitzicht" |
Even later de eerste fietser; muts op en handschoenen aan.
Enige verbazing en verwondering. Ik loop er luchtig bij in korte broek en in
shirt met dito mouwen. Het kan verkeren. Ik ben weer geheel op mezelf
aangewezen. Ik leef in twee werelden, de wereld van het lopen en die van het
gewone, van de dagelijkse beslommeringen, die van de stemmingswisselingen, van
vrolijkheid en verdriet, van routine en het onverwachte. Nu, vandaag, op dit
moment, heeft een gevoel van welbehagen zich van mij meester gemaakt. Ik loop,
ik zweet, ik geniet van de wereld om mij heen, ik ben op weg, op weg naar weet
ik veel. Mij kan niets gebeuren. Zo ga ik voort, verder weg van 'huis'. Het pad
gaat steil omhoog, het hoge duin op, het kan niet anders. Hijgend kom ik op de
top, een vergezicht om van te watertanden. Ik blijf er niet bij stilstaan, naar
beneden en dan niet het strand op maar naar links het pad volgen. Nu is het
vlak, de duinen rechts zijn beduidend lager. Af en toe kan ik er over heen
kijken naar de zee, ver weg. Hier zijn de duinen niet hoog, maar wel breed. Ik
kijk op mijn 'horloge': acht kilometer. Het wordt toch zo langzamerhand tijd om
terug te gaan. Zin om dezelfde weg terug te nemen heb ik niet. Mijn besluit
staat vast: ik loop door totdat ik naar links kan afslaan om daarna zo spoedig
mogelijk in oostelijke richting te lopen richting uitgangspunt. Na zo'n negen
kilometer heb ik de keus om rechtsaf via het strand naar 'huis' te lopen of
naar links en maar afwachten hoe ik dan 'thuis' kom. Het wordt linksaf. Ik kijk
tegen een berg aan. Steil omhoog, onderweg, terwijl ik stapje voor stapje
omhoog worstel, staat een een bord met 'fietsers afstappen, 20 procent'. Geen
wonder dat het hart mij in de keel klopt. Boven gekomen, even dat euforische
gevoel dat je overvalt als je de Berenloop hebt volbracht. Nu geen douche, geen
ontvangst met sportdrank, bouillon en/of water en ook geen muziek. Wel een mooi
uitzicht over het (schier)eiland Schouwen. Naar beneden, weer 20 procent,
rustig aan, ik moet nog naar huis en hier is geen mens te bekennen. Verderop
weer omhoog,
|
zonsondergang Renesse |
maar nu niet zo steil. In de verte het silhouet van een dorpje.
Links daarvan een bungalow park. Rechts een natuurgebied met Shetlandpony's, wilde
paarden en runderen. Ik heb het duingebied achter mij gelaten, op zeeniveau ga
ik verder. Niet Burgh Haamstede in. Voor het dorp kan ik naar links, het bos
in. Ach, bos is wel wat veel voor een verzameling bomen en wat struiken. Ik
moet het er maar mee doen. Even later kom ik op een open vlakte, kaal. Een
natuurgebied in ontwikkeling dat is duidelijk; een afgeplagd land, lage
begroeiing, een fiets- voetpad slingert door het gehele gebied, een ven met aan
de rand wat riet en een enkele berk en els maakt het beeld kompleet. Ik volg
het pad, de wind in de rug, in oostelijke richting. Hopelijk brengt het mij
naar Renesse. En inderdaad na een kilometer of vijf zijn er de eerste huizen.
Het pad dat ik volg, loopt aan de ene kant langs het dorp Renesse en aan de
andere kant langs de rand van het duingebied. Het kon slechter, rechts een
enkele bungalow, en links een prachtig duingebied. Zonder moeite loop ik voort,
geen enkele neiging om naar het einde te verlangen, geen vermoeidheid. Het
loopt gesmeerd. Toch moet ik er een eind aan gaan maken. Dus op zoek naar iets
bekends, maar dat is niet eenvoudig in een omgeving die je niet kent. Op
gevoel, intu
ïtie en met een beetje geluk en na een
paar keer links en rechts gegaan te zijn, kreeg ik een herkenningspunt in het
vizier. Erop af en toen was het een koud kunstje om weer thuis te komen; 16
kilometer heb ik geklokt; zo voelde het niet!
Meeloper
Geen opmerkingen:
Een reactie posten