Inmiddels
zijn we een paar dagen verder. Het heeft hier de afgelopen periode veel, heel
veel geregend. Dat is te merken, de grond is verzadigd van het water. Vandaag
is het droog, de zon schijnt. Het uitzicht is adembenemend. De camping ligt in
een parkachtig landschap op een vijftal kilometers van Salzburg. Het decor
wordt gevormd door een bergketen dat spierwit afsteekt door de sneeuw tegen de
blauwe lucht. Ik loop over een wandelpad, of wat er voor door kan gaan, langs
een smal weggetje waar weinig verkeer over heen gaat. Links van mij het park en
rechts, op een kleine honderd meter begint het bos dat tegen een berghelling
aan ligt. Hoewel het nauwelijks te zien is, voel ik het wel. De weg loopt
langzaam maar zeker omhoog, vals plat. Het is hard werken om boven te komen.
Eenmaal daar aangekomen heb ik de keus
Schloss Aigen |
tussen rechtdoor richting bebouwde kom
van een buitenwijk van Salzburg, of rechtsaf het bos in. Ik besluit het bospad
op te gaan. Eerst gaat het nog wel, het is nog niet zo steil, maar na een paar
honderd meter wordt het steeds modderiger met veel kuilen en losliggende stenen
en heel steil. Het is uitkijken geblazen, een enkele keer glijd ik weg. Ik neem
een kloek besluit en keer terug. Nu is 't pas echt "gevaarlijk", je
moet je moet goed inhouden en met de handrem erop strompel ik naar beneden. Als
ik weer vaste grond onder de voeten heb, slaak ik een zucht van verlichting. Nu
dus op weg naar de buitenwijk. Als ik de eerste huizen nader, kies ik het
weggetje dat mij niet rechtstreeks naar de bewoonde wereld leidt. Het blijkt
een gelukkige keus. Het weggetje slingert door grasland, waar prachtige bloemen
bloeien in verschillende kleuren; veel geel, blauw en wit en paars. De
berghelling rechts van mij wijkt, zodat ik de illusie heb horizontaal te lopen.
Het uitzicht wordt met de honderd meter mooier. De stad laat ik links achter mij.
Recht vooruit alleen maar grasland, heel in de verte wat heuvels en rechts de
besneeuwde bergtoppen. De zon schijnt en de temperatuur is perfect om hard te
lopen. Het is genieten. Een enkele fietser komt mij tegemoet. We groeten
elkaar. Dan buigt de weg zich scherp naar rechts en even later een splitsing.
Inmiddels ben ik zes kilometer van "huis". Het wordt tijd om terug te
keren. Ik gok erop dat als ik op de splitsing de linker afslag neem dat ik wel
weer de goede kant op ga. Dat blijkt ook wel zo te zijn, want na een tweetal
kilometers zie ik een bord met "Schloss Aigen". Nu is het woord
"Schloss" wel wat veel voor het gebouw dat aan de rand van het park
staat dat vlakbij de camping ligt. Ik ben eerder geneigd het als een landhuis te
typeren. Maar goed 's lands wijs, 's lands eer. De zon schijnt nog steeds en de
temperatuur is wel wat opgelopen, althans dat denk ik. Het zweet loopt
inmiddels in straaltjes langs mijn gezicht. De soepele tred van een half uurtje
geleden oogt waarschijnlijk ook wat minder. Het kost kracht om telkenmale het
vals plat te bedwingen. Af en toe kom ik een lotgenoot tegen, een simpel
handgebaar is voldoende om de lotsverbondenheid zichtbaar te maken. Ieder van
ons voert zijn eigen strijd. Een blik op mijn horloge: tien kilometers zitten
er op. Opnieuw op een splitsing een bord met "Schloss", ik volg
gedwee, want ik verlang naar het einde. Aan de rand van het park, laat ik
"Schloss" links, en ik zie aan de overkant in de verte de camping
liggen. De kortste weg gaat rechtdoor, maar ik laat me niet kennen en neem de
weg rechtsom. De laatste honderd meters zijn een makkie, met een vals plat naar
beneden en de finish in zicht.
Meeloper
Geen opmerkingen:
Een reactie posten