Uitzicht vanaf de Oude Bildtdijk |
Frank in actie |
Maar daar gaat het hen allemaal niet om. Ze willen lopen en
het liefst zo snel mogelijk. Het is warm en de wind komt uit de noordoost hoek,
het langste stuk van de route hebben de lopers de wind in de rug.
Verversingsposten om de 5 km. De starttijden voor de verschillende afstanden
liggen verspreid over de morgen. Te beginnen om 11.00 uur voor de 30 km en elk
kwartier de volgende afstand. Voor de snelste bij iedere afstand is er een
beeldje van de slikwerker te winnen. Maar dat is (helaas) voor weinigen weg
gelegd.
Het Grauwe paard |
Kop koffie |
De bus brengt ons naar Ouwe Syl, een ritje van ruim 10 km.
Daar aangekomen wacht ons een gratis kop koffie in “het Graauwe Paard”. De
sfeer is gemoedelijk, iedereen geniet van het prachtige weer op het terras en
van de mooie omgeving. Weinigen zullen beseft hebben dat de start plaats vindt
bij een eeuwen oud keersluisje (1500); een heel belangrijke verdedigingswerk
tegen het opdringende zeewater.
Tropenjaren tellen dubbel Deze keer voor mij de 16 kilometer. De start van de 30 en de 21 km heeft al plaats gevonden. Bij beide afstanden een behoorlijk aantal lopers die dit als een duurloop gebruiken voor de Slachte marathon. De eerste 10 km ruim wind, de zeilen over stuurboord en af en toe halve wind. Een makkie, elke vlaag is een steuntje extra in de rug. Maar als ik de dijk -in Westhoek- af ga, moet de schoot worden aangetrokken. Het aan de windse rak is zwaar; het is hard werken geblazen; af en toe is de wind erg ongunstig en komt-ie recht van voren; de zeilen klapperen. De warmte gaat mij parten spelen. Even denk ik dat ik een verkeerde afslag heb genomen. Ik keer terug. Gelukkig word ik even later erop gewezen dat ik de verkeerde kant oploop. Als ik weer in de goede richting “vaar” heb ik moeite de juiste trim te vinden. Ik zwalk wat heen en weer. Ik drink mij voor de laatste keer moed in. In de luwte van het dorp valt de wind weg; het tij keert, de stroom is mij gelukkig gunstig gezind. Ogenschijnlijk fris en vrolijk passeer ik de finish in het besef dat tropenjaren altijd dubbel tellen.
Meeloper