Peter Yntema valt zelden op in Loopgroep Sneek. Elke
dinsdagavond present om zich aan te sluiten bij de groep voor een training. Hij
loopt mee, soms vooraan, soms ergens tussen in. Hij gaat geregeld naar een
loopevenement en hij kan goed meekomen. Vermoeidheid zie je na afloop niet aan
hem af, hij toont zich uiterlijk altijd tevreden met zijn prestatie en de
geklokte tijd. Een enkele keer wekt-ie de indruk dat het harder had gekund.
Peter loopt niet alleen op dinsdagavond. Door de week gaat hij er op uit voor
een duurloopje.
Wie hem een beetje kent, zal niet echt verbaasd zijn. Peter,
de man met een eigen agenda, heeft zich de dinsdag na de marathon van Rotterdam
gewoon gemeld op de training. Geen mens wist ervan. Staan we ons uit te sloven
om warm te worden zien we dat Peter een nieuw shirt aan heeft. Dat valt op,
want zo vaak gebeurt het niet dat iemand af wijkt van wat-ie gewoonlijk draagt
en dan ook nog in knal oranje. De letters
verraden hem: De Marathon van
Rotterdam. “Hé, Peter, heb jij de marathon van Rotterdam gelopen?” Een lach op
het gezicht verschijnt. De groep weet genoeg. “Waarom wisten wij daar niks
van?” Het antwoord is zo ontzettend typerend: “we hebben vrijdagmiddag pas
besloten om mee te doen!” Het is even doodstil in de groep, maar dan valt
bewondering hem ten deel. We hervatten vol verbazing de training. In de loop
van de avond horen we bij vlagen het verhaal. Op het werk gedurende de week pratend
met een collega over hardlopen in het algemeen en de marathon in het bijzonder valt
op die vrijdagmiddag, voorafgaand aan Rotterdam, de vraag: “zullen we meedoen?”
Het is ongeveer drie uur in de middag en met het weekend in zicht worden er
niet veel woorden meer vuil gemaakt. “Ja, we doen mee!” Peter zal voor de
kaarten zorgen. Marktplaats wordt geraadpleegd voor de startbewijzen.
Uiteindelijk lukt het in de loop van de zaterdag er twee te bemachtigen. Peter
rijdt erop zaterdagmiddag nog “even” voor naar Elburg. Aan het eind van de
middag wordt collega Durk Douma gebeld met de mededeling: “It giet oan!”
Zondagmorgen om zes uur (!!!) zijn de mannen vertrokken. Als ze in Rotterdam
aankomen is de organisatie nog volop bezig om de boel klaar te zetten. Wachten,
wat eten en weer wachten, wat rondlopen en een lichte warming up. Lee Towers
houdt ze bij de les met “You never walk alone”. Zo doden ze de tijd. Dan de
start. Het eerste deel, 21 kilometer, verliep volgens planning onder het schema
van 4.17 van de Slachte marathon. Daarna begon de verzuring van de bovenbenen
op te spelen. Hoe het verder ging? Peter moest –naar eigen zeggen- de laatste
vijftien kilometer terug schakelen naar een lagere versnelling. Het malen in het hoofd gaat beginnen met als
leidraad: “vind ik dit nog wel leuk?’ Elke verversingspost is raak. Even wat
drinken en dan weer op gang zien te komen. “Wat ben ik begonnen?” Eindelijk,
nog een tweetal kilometers; maar wat zijn ze lang. In het zicht van de finish
is de vreugde zo groot dat een lichte versnelling nog mogelijk blijkt. En dan
is daar plotseling de eindstreep. “Yes, de vuist in de lucht. Gehaald! Wat een
heerlijk gevoel!” Collega Durk arriveert 7 minuten later. Hij heeft zwaar
afgezien, maar ook hij heeft het hem geflikt. De euforie is bij beiden groot en
ze beseffen dat hardlopen verslavend is.
Na afloop van de training nog even gevraagd wat zijn
voorbereiding was. “Gewoon, af en toe een duurloop!” Wij weten nog toe te
voegen dat-ie in Diever een tweetal weken geleden 28 kilometer heeft
weggelopen. Wij allemaal vinden het een prestatie van formaat.
Peter was niet de enig vanuit onze Loopgroep. Ook Hindrik
Drenth heeft hem gelopen. Hij had zich aangesloten, een tweetal maanden
geleden, bij de trainingsclinic van Horror. We hebben hem nog niet gesproken,
helaas.
Peter heeft de marathon volbracht in 4.26.18 en Hindrik in
4.41.21
“Het is weer voorbij.
Maar wat was het leuk”. Dat zeiden Karin, Durk en Frank na afloop, toen
iedereen was vertrokken, tegen elkaar. Zes weken geleden stonden daar zo’n
zeventig beginnende hardlopers. Enigszins onwennig en huiverig in regen, wind
en kou. Een introductie verhaal van Karin. Het voorstellen van de twee andere
begeleiders. Uitleg over de cursus met de nadruk op het voorkomen van
blessures. En dan de eerste schreden in de voetsporen van.... Een rustig
dribbeltje het De Hoop Park uit en op het moment dat je moeite krijgt om je
ademhaling te beheersen moet je al weer stoppen. Een stukje wandelen om even
later een warming up uit te voeren. Je vraagt je in alle gemoedsrust af waneer
het gaat beginnen. Maar je schikt je
plezier in hardlopen
in je lot. Je hebt je ingeschreven, je hebt
betaald en je hebt het koud en je bent nat. Vol verwachting begin je aan de
warming up. Je zwaait wat met de armen, tilt een been op en even later het
andere, je draait wat met je heupen, je rolt je schouders en je moet een paar keer
door de knieën. Warm word je er niet van. Weer een dribbel(tje) op weg naar een
plek voor de looptechnische scholing. Het drietal begeleiders heffen de knieën,
wikkelen de voeten van voorvoet tot de hiel af, ze maken nog wat loopbewegingen
met de armen en ze raken met hun hielen hun achterste en jij doet dat alles na.
Je voelt je soms wat potsierlijk, want het gaat niet altijd even soepel. Goed,
je doet wat van je gevraagd wordt. Dan weer wandelend en dribbelend, maar
vooral niet te snel, terug naar het Park. Daar nog een kort, indringend
verhaaltje over het belang van je huiswerk. Bibberend van de kou en zeiknat
keer je huiswaarts met in het achterhoofd wie A zegt moet de B ook laten
volgen.
Zes weken later. De groep is wel wat uitgedund. Straks de
testloop van een drietal kilometers. Eerst nog even het inmiddels bekende
ritueel: inlopen naar het parkeerterrein bij de Kajuit. Daar de warming up en
de loopscholing. Wat een verschil met zes weken geleden. Vervolgens in een
lichte looppas naar de start. Durk met de stopwatch in de hand geeft het sein.
Spanning, maar na de eerste meters is die eraf. Karin moedigt aan en roept nog
na: “loop je eigen tempo!” Het veld ligt snel uit elkaar. Halverwege staat
Frank te klappen en te vertellen dat het goed gaat. Je hebt je ritme gevonden. Dan
die scherpe bocht naar links; even afremmen en weer aanzetten. Durk staat nog
bij de start en de eerste ronde zit er op als je hem voorbij
Start to Run cakejes
loopt. Hij moedigt
aan. Ronde twee gaat niet voor iedereen even gemakkelijk. Hier en daar worden
de konen wat roder, haren in de war en zweet op het gezicht. Frank staat nog
steeds te klappen en vraagt om een lach op het gezicht, want (hard)lopen is
toch leuk. De een worstelt, een ander
loopt met 2 vingers in de neus en een derde doet alsof. Durk houdt de tijd in de gaten. Weer
een ronde. Karin geeft nog een aanwijzing. Je hebt je adem op orde. Eigenlijk
loop je best wel lekker. Ook al voel je wat in je benen, in een knie, je ervaart
dat je scheenbenen hebt en je bovenbeenspieren worden wat stijf. Maar je loopt.
Je doet je best om iemand voor te blijven. Je vergeet je pijntjes. Je haalt
zelfs iemand in en voor je het weet ben al weer bij Durk. Nog een ronde. Die
doe je er ook nog maar even achteraan, alhoewel....? Je laat je niet kisten. Je
gaat ervoor! Als je de finish passeert, roept Durk je gelopen tijd. Je hijgt,
je lacht en een voldaan gevoel maakt zich van je meester. Karin spoort je aan
tot een wandeling om af te koelen en dan is er koffie met een heleboel erbij.
Je praat nog wat met deze en gene, ontvangt een shirtje.
Het is voorbij. Wat is het vlug gegaan. Je bent in staat om in
een jou passend tempo een drietal kilometers aan een stuk hard te lopen. En dat
in zes weken! Wie had dat gedacht? Dat belooft wat voor de volgende zes weken.
De vijfde week van STR zit er op. De groep is enthousiast en
dat kan ook haast niet anders. Tenslotte heeft iedereen eerst 5, vervolgens 10
en tenslotte 15 minuten aan een stuk hard gelopen. Het geeft een voldaan gevoel
ook al heb je het onderweg zwaar gehad. Misschien speelde hier en daar een
pijntje je parten, maar de aanwijzingen en de aanmoedigingen van het drietal
begeleiders/trainers hielpen je er over heen.
Nog een week onder het motto “Start to Finish” en dan ben je
in staat om een drietal kilometers zonder onderbreking hardlopend te
volbrengen. Het begin is er. De vraag is dan hoe nu verder? Eigenlijk gaat er
een andere vraag aan vooraf, n.l. deze wat was de drijfveer om je op te geven
voor Start to Run? Was het omdat je wat meer wilt of moet bewegen, was het
omdat je alleen maar een paar kilo kwijt wil, was het omdat anderen tegen jou
gezegd hebben dat hardlopen leuk is, of was ’t omdat je hoopt ooit mee te
kunnen doen aan een of andere marathon. Maar welke reden er ook ten grondslag
ligt aan jouw meedoen aan Start to Run je staat nu voor de beslissing hoe je
verder gaat. Het zou toch zonde van alle inspanning zijn als je niet op een of
andere manier doorgaat met hardlopen. Laat daarom de volgende mogelijkheden
eens goed tot je door dringen.
1.Je bent
er achter gekomen dat hardlopen het voor jou niet helemaal is. Dat kan.
Toch wil je blijven bewegen. Realiseer je dat je in staat bent om een 20 à 25
minuten aan een stuk in een rustig tempo te joggen. Kijk ook nog eens naar je
huiswerktraining. Er zijn genoeg aanknopingspunten om 2 à 3 per week op je
eigen manier wat te blijven joggen.
2.Je wilt
in ieder geval blijven hardlopen, dat staat vast. Je wilt niet gebonden
zijn. Je wilt zelf bepalen wanneer, hoe lang en waar je gaat hardlopen. Ga je
gang, je bent van niemand afhankelijk. Als het weer je niet aan staat, kun je
zelf beslissen om wel of niet te gaan lopen.
3.Het
hardlopen is je goed bevallen. Je vindt het leuk. Je denkt stiekem aan
langere afstanden. Dan is er slechts een advies. Sluit je aan bij de Loopgroep.
Daar train je samen met anderen op gezette tijden onder deskundige begeleiding.
Lopen in en met een groep is motiverend, is leuk, is plezierig, is uitdagend.
Denk nou niet dat je daar niet in past, jij als beginneling. De trainer en ook
de anderen in de loopgroep houden rekening met je. Er is voor elk wat wils. Je
wordt ingedeeld naar niveau. Er wordt rekening met je gehouden, met je
mogelijkheden en met je specifieke wensen. Lopen onder deskundige begeleiding
betekent ook dat de kans op overbelasting en dus op blessures tot een minimum
wordt beperkt. De training gaat altijd door. Harde wind, regen, sneeuw, gladde
wegen, warm weer, ’s zomers en ’s winters de training gaat door! Verschillende
leden van de groep doen geregeld mee aan een loopevenement van 5, van 10
kilometer of van pak weg een halve of een hele marathon. Ze komen terug met
aanstekelijke verhalen, met een persoonlijk record op een bepaalde afstand en
even zo vaak met tegenvallende tijden.
Soms hebben ze de sterren van de hemel gelopen, dan weer waren ze niet vooruit
te branden. Ze hebben genoten van de omgeving, van een mooi parcours, ze hebben
geworsteld met de harde wind, ze hebben het parcours vervloekt, ze zijn de man met
de hamer tegen gekomen en de laatste loodjes wegen altijd zwaar. Ach, die
verhalen zijn altijd de moeite van het aanhoren waard en je moet ze altijd met
een korreltje zout nemen. Want al lopen ze al jaren en trainen ze zich het
apezuur het zijn ook maar amateurs, net als jij.
Loopgroep Sneek/IJlst
staat onder leiding van Arjen Visserman
en Karin Verploeg en biedt de
volgende mogelijkheden:
Sneek: Trainen op
dinsdagavond van 19.30 uur tot ongeveer 20.45 uur, verzamelen bij het zwembad
Het Rak op de parkeerplaats.
Sneek: Trainen op
donderdagmorgen van 9.30 uur tot ongeveer 10.30 uur.
Sneek: Trainen op
zaterdagmorgen van 9.30 uur tot ongeveer 10. 45 uur, verzamelen in het De
Hooppark achter het zwembad. Heerlijk fit het weekend in.
IJlst: Trainen op
woensdagavond, verzamelen in MFC de Ut Herne (naast de molen aan de Geeuw) te
IJlst om 19.30 uur tot ongeveer 20.30 uur
Wie
wil er nou niet hardlopen op een strand met zicht op zee en duinen? Wie wil er
niet hardlopen over fietspaden in een licht glooiend duinlandschap? Of gaat de
voorkeur meer uit naar het open polder landschap met schapen, koeien en/of
paarden in het weiland, of verkies je de bekoring van de waddenkust bij laag
water? Of zeg je geef mij maar de beschutting van een bos? Kun je de keuze niet
maken dan zit er niets anders op dan mee te doen aan het rondje Texel, een
hardloopwedstrijd over 60 kilometer over strand, door duinen en bos, langs het
wad en door de polders. Als je niet genoeg genoten hebt onderweg, of je wilt je
vergewissen of je alles wel gezien hebt dan mag je het rondje nog een keer
lopen, zodat je na afloop 120 kilometer op de teller hebt staan.
Het begint met een goede voorbereiding en planning
Waarom “Wat bezielt de mens, de
hardlopende mens?” Ik vroeg het aan Alco de Jong uit Sint Annaparochie, een van
de deelnemers aan de 60 km race. Hij haalde de schouders op, lachte en vertelde
dat-ie werd uitgedaagd door een paar loopvrienden na afloop van “De Slachte”
marathon en bovendien leek het hem wel wat. De loopvrienden kwamen tot inkeer.
En zo stond hij daar op die tweede paasdag. Denk nou niet dat-ie daar alleen
stond. Nee, zeker 400 collega’s hadden zich verzameld bij het NIOZ op Texel. Ik
vroeg me af of de ultraloper uiterlijk is te herkennen. Maar hoe ik ook keek,
ik kon geen specifieke kenmerken ontdekken. Je ziet dezelfde magere altijd
hardlopende en hongerende vel over been mens, je ziet goed gebouwde en
atletische lichamen die tot in details voldoen aan het ideaal beeld van de
super atleet. Maar ook de minder bevoordeelde mens is aanwezig. Kortom: het is
een doorsnede van de vele joggende, van de hardlopende mannen en vrouwen.
We gaan ervoor
Volgen
Wij volgen Alco op de voet. Wij zijn, Arjen Visserman (als trainer/coach)en
meeloper als fietsers, Jacqueline, de vrouw van..., Aline en Elze, de dochters
van.... en Karin Verploeg met de auto. Het is fris, er staat een stevige wind
uit de noordoost hoek die in de loop van de dag nog wat zal aantrekken. De start
verloopt zoals altijd: een opgewonden stelletje “jonge” honden staat te
trappelen achter de startlijn, ongeduldig wachtend op het sein om te
vertrekken. Zij realiseren zich dat ze voorlopig nog niet thuis zijn. Ze weten
dat ze maximaal 7 uren de tijd hebben om het rondje Texel te voltooien. Dus het
hoeft ook niet echt heel hard te gaan, maar het is wel ver. Stel dat ze 9
kilometer per uur lopen dan zouden ze in 7 uren een 63 kilometer hebben weg
gelopen. Dat rekensommetje hebben de meeste lopers wel gemaakt.
De start, 500 deelnemers aan de 60 van Texel
Onderweg Het
zijn de “professionals” die er direct in een hoog tempo van door gaan.
Natuurlijk zijn er altijd optimisten die volgen. Zo ontstaan op die eerste
kilometers al vrij snel gaten in het peloton en worden er al wat groepjes
gevormd. De gezichten staan vrolijk, de stemming zit er goed in met de wind in
de rug, er wordt (nog) druk gepraat. Wij zijn achter de laatste lopers ook
gestart. Dus moeten we op zoek naar onze Alco. Op weg naar de Mokbaai is de weg
breed. Al slalommend vinden we hem ergens midden in het peloton. Hij voelt zich
goed, is blij dat-ie vlak voor de start zich nog heeft ontdaan van zijn dubbele
jack. Even later moeten we hem voor enige tijd aan zijn lot overlaten. De
lopers nemen een duinovergang om vervolgens de eerste beproeving te ondergaan
op het strand richting paal 12. Wij ploeteren er heen tegen de wind in over een
geasfalteerde route. De zon schijnt volop. De verwachting is dat Alco om
ongeveer 11.45 daar zal arriveren. Als wij ons strategisch hebben opgesteld en
het strand afkijken in zuidelijke richting zien we heel in de verte de eersten
al aan komen. Maar als ze dichterbij komen zijn het deelnemers aan de 120 km,
die aan hun tweede 60 km bezig zijn. En dat is duidelijk te zien: het lopen
gaat wat op z’n zachtst gezegd wat moeizaam, de benen hebben het zwaar, het
bovenlichaam beweegt ook al niet soepel meer, maar als ze voorbij komen en wij bemoedigende woorden
spreken, weten de meesten nog een lach op het gezicht te toveren.
60 kilometer is al zwaar, strand op en af maakt het loodzwaar!
Volgens schema Op
de “afgesproken” tijd arriveert Alco bij de duinovergang. Hij neemt wat te
drinken aan bij de verversingspost en vervolgt welgemoed zijn weg. De wind pal
tegen. Wij bereiden hem voor op het traject in de luwte van het bos over ruim
een kilometer. Volgens Alco viel het strand best mee, hier en daar wat zoeken naar
de harde ondergrond, alleen de duinovergang was echt zwaar door het mulle zand.
Al keuvelend naderen we het bos. Eenmaal in de luwte, verlost van de straffe
wind, klaart iedereen op. Het lijkt wel of men vleugels heeft gekregen. Het
tempo gaat omhoog. De teller staat nu dan ook op ruim 11 km per uur. Alco haalt
in, maar wordt ook voorbij gelopen. Niets bijzonders. Er wordt veel gepraat.
Even voor ons loopt een man in het rood wat in zich zelf te mopperen. Als ik
hem aanspreek en vraag naar zijn ervaring vertelt-ie dat zijn rug/waterzak
lekt, dat zijn shirt zeiknat is en dat-ie de pest in heeft. Hij veronderstelt
dat-ie bij een verversingspost het probleem wel kan oplossen. Ik fiets een
eindje met hem op en probeer hem wat op te vrolijken. Hij laat het wat gelaten
over zich heen gaan. We passeren het 15 km punt, de eerste wisselplaats voor de
estafette. Ik verlies de onfortuinlijke rode loper uit het oog. Nog een tweetal
beschutte kilometers en dan buigt het parcours naar links de duinen in. Voor de
tweede maal naar het strand.
Alco na het tweede deel strand "dat viel zwaar"
Even wat anders Wij,
met z’n zessen, wachten af. Het is een lastige duinovergang met een drietal
zeer steile klimmetjes. Zij die naar beneden komen, ogen vermoeid. Je kunt zien
dat ze het zwaar hebben gehad. Alco arriveert een tiental minuten achter op het
schema. Op het strand heeft hij veel moeite gehad. Het harde gedeelte was
schuin aflopend naar zee. En er is niets zo vervelend als scheef lopen. Je hebt
steeds het gevoel dat je ene been te kort is. Hij krijgt wat bouillon en thee
te drinken; wisselt van schoenen en trekt een droog shirt aan. Na een handvol
rozijn en wat brood pakt-ie de draad weer op. Hij gaat links af door het
natuurgebied, wij volgen het fietspad tot vlak voor de duinovergang bij de
Slufter. Een afstand van ongeveer 5 km tegen de wind in. Onderweg zeggen we
tegen elkaar dat het heel zwaar zal worden voor de lopers tot aan de vuurtoren
over een afstand van een zevental kilometers.
15 kilometer straffe tegenwind
Zwaar Wij
pikken Alco aan de voet van het duin weer op en we zien aan zijn gezicht en houding
dat het niet zo soepel meer gaat als een uur of wat geleden. Hij staat even
stil bij de verversingspost, gebruikt het een en ander, maar dan roept de
plicht. We houden met zijn drieën de moed er in. Het tempo is gezakt tot iets
meer dan 9 km/uur. Onderweg, zo rond het 30 km punt, zien we dat velen het
moeilijk hebben. De gezichten staan strak en een lachje kan er niet meer af. De
laatste 3 km tegen de wind in zijn uitzonderlijk zwaar. Het fietspad hebben ze
zo aangelegd dat de hoogste duintoppen en de diepste duinpannen niet worden
overgeslagen. Een enkeling moet dan ook berg op even wandelen. Wij proberen om
de beurt Alco met verhalen over het weer, de mooie omgeving en nog wat onzin af
te leiden. Maar of hij het hardlopen nog steeds heel leuk vindt, betwijfelen
we.
Net na de vuurtoren, tijd voor wat fris en lekkers
De regie in andere handen Eindelijk
zijn we op de Vuurtorenweg. We slaan rechtsaf. De volgauto staat daar geduldig
te wachten. Arjen, de onvolprezen mental coach deze dag, dirigeert Alco naar de
auto om nog wat te eten. Even later als-ie weer op gang moet komen, moet-ie
eerst een dertig tal meters wandelen. Ik krijg de indruk dat-ie het advies van
Arjen met plezier op volgt. Tenslotte moeten er nog 25 km worden weggewerkt. Dus
voort maar weer. Het is half wind. Het uitzicht op het wad is prachtig.
Vlieland lijkt binnen handbereik. We wijzen Alco daarop. Hij ziet het wel, maar
of het tot hem doordringt, is de vraag. Als hij de dijk omhoog moet, beveelt
Arjen hem nogmaals te gaan wandelen. En ook deze keer wordt het advies zonder
tegensputteren opgevolgd. Naar beneden lijkt het een makkie, maar niets is
minder waar. Je moet je in bedwang houden, anders loop je jezelf letterlijk en
figuurlijk over de kop. De weg onder aan de dijk, met de wind schuin van
achteren en De Cocksdorp voor het grijpen, biedt een mogelijkheid om te
herstellen. Maar onze held heeft het zwaar, het tempo ligt op en onder de 9km/uur.
De achterstand op het schema is opgelopen tot ongeveer 20 minuten. Hij vraagt om
eten en drinken, graait in de doos achter op de fiets van Arjen. Arjen
adviseert een gelletje, maar dan reageert Alco als door een wesp gestoken en
hij vertelt dat-ie last van zijn maag heeft en dat die gelletjes hem niets
bevallen. Hij wil thee en bouillon. Als we hem voorbereiden dat dat nog wel
even kan duren, omdat we zo meteen over de dijk aan de wadkant lopen waar geen
auto’s mogen komen,
Op het juiste moment arriveerde het verzorgingsteam!
passeert gelukkig Jacqueline c.s. ons met de auto. Wij
maken haar duidelijk dat ze even verderop moet stoppen. We passeren een
ambulance die bezig is een onfortuinlijke collega loper op een brancard in de
auto te schuiven. Alco kijkt op noch om, ziet alleen de eigen volgauto en valt
aan op eten en drinken. Jacqueline weet haar bezorgdheid goed te verbloemen.
Arjen neemt nu de regie volledig over. Hij maant Alco rustig te lopen,
adviseert wanneer het verstandig is om (even) te wandelen, vraagt of-ie nog wat
wil eten, moedigt hem aan tot drinken en
beveelt hem om even rust te nemen.
Het parcours langs het wad is vooral voor de volgers op de
fiets een heerlijkheid. De zon schijnt en de wind blaast stevig in de rug. Het
uitzicht is schitterend. Wij kunnen herstellen van onze inspanning, maar of dat
het geval is bij het gros van de lopers, valt te bezien. Er wordt af en toe
gewandeld. Geen wonder, want het is zwaar. Getekende en vermoeide gezichten.
Zweet, het lichaam protesteert. De bewegingen worden wat houterig. Frustrerend
is het voor menigeen van de 60 km als die “ellendige” estafette lopers je in
halen. Zij zijn fris en lopen vrolijk fluitend hun 15 km. Wij houden een
(bezorgd) oogje in het zeil en stellen vast dat het voor velen behoorlijk
afzien is geworden. Wij lijden mee. Een eenzame loper, blijkbaar zonder
volgers, vraagt om water. Het enige wat we hem kunnen zeggen is dat de
verversingspost niet ver meer is.
Even later gaan we de dijk over en daar staan ze met water,
banaan, sportdrank, sinaasappel. Arjen beveelt: “neem de tijd, rust even en
drink vooral wat”. Maar we moeten verder. Nog een paar km en we zijn bij het
laatste wisselpunt voor de estafette lopers. Een man in sportkleding schreeuwt
tegen een estafetteloper dat-ie er een schepje boven op moet doen. Het komt wat
onwezenlijk over zo tussen al die vermoeide lange afstandlopers.
Weer op jezelf aangewezen
Een oude bekende Daar
passeert ons plotseling de man in het rood, de man met de lekkende
rug/waterzak. Ik ga naast hem fietsen. Hij loopt soepel. Hij vertelt dat-ie
zijn inzinking te boven is gekomen en dat hij vol vertrouwen de finish tegemoet
gaat. Hij zal even rusten bij het wisselpunt en zijn kuiten (laten) masseren.
Het wordt een informatief en leuk gesprek dat ik met hem heb. Want op mijn
vraag of hij veel getraind heeft, schudt hij het hoofd en zegt: “twee weken
geleden 47 km en daarvoor een paar keer ongeveer 2 uren”. Ik toon mijn
bewondering. Maar daarvan is hij niet onderste boven. Hij vertelt dat-ie in de
klas heeft gezeten bij Jan Knippenberg. Die heeft hem gekoppeld aan zijn vrouw.
Jan Knippenberg was de pionier van de ultralopen en leraar geschiedenis op de
OSG De Hogeberg te Texel en organisator van de 60 km van Texel. Hij is een
aantal jaren terug overleden. Als een vorm van nagedachtenis had hij zich voor genomen
eenmaal de 60 van Texel te lopen. Vandaar! Ik laat hem achter bij het
wisselpunt.
Afscheid Het
is inmiddels kwart over drie. Een rekensommetje leert mij dat er nog een kleine
20 tal km te gaan zijn. Ik moet uiterlijk om 19.00 uur weer thuis zijn. Dus de
boot van 17.00 uur!! Voorzichtig deel ik het Alco mee. Geen probleem; tenslotte
moet hij lopen. En Arjen is er nog bij die hem met raad en daad terzijde zal
staan. Bij de volgauto neemt Alco het er nog
even van. Hij schat in dat-ie nog een kleine twee uur werk heeft. Ik
moet er niet aan denken. Hij komt moeizaam weer op gang. Gelukkig is de wind de
lopers goed gezind. Even later neem ik afscheid. Ik fiets het gehele parcours
uit. Eerst het dorpje Oost en daarna door Oosterend. Het valt me op dat er geen
groepjes meer zijn. Iedereen worstelt zelf voort. Bij de een gaat het wat
soepeler dan bij de ander.
Blootsvoets Bij
een enkele eenzame loper kan ik de verleiding niet weerstaan om even mee te
fietsen en een kort praatje te houden en ze moed in te spreken. Maar mijn
gedachten zijn bij de man die ik in steek heb gelaten. Hoe zal het hem vergaan?
Dan fiets ik een man, van ruim in de 50, achterop. Hij is blootsvoets. “Hoe
gaat het? Goed!”, klinkt het opgewekt. Ik vraag naar zijn ervaring op blote voeten. Het moet heerlijk
zijn, maar als ik naar de weg kijk en hier en daar wat kleine steentjes zie
liggen, kan ik dat maar nauwelijks geloven. “Tja, op het strand geloof ik dat
graag, maar hier?” Toch bezweert hij mij dat het echt prettig loopt. Ik wens hem
veel succes en vervolg mijn weg.
De laatste
loodjes........ In Oudeschild passeer ik het bord 5km, een afstand die te
overzien is. Maar dan met nog 4 km voor de boeg, buigt het parcours naar
rechts. De wind komt weer recht van voren en alsof dat nog niet genoeg is op
weg naar de finish, moet de Hoge Berg nog worden beklommen. Het parcours gaat
twee maal berg op. Dat wordt afzien in het kwadraat. Ik passeer de een na de
ander. Als ik een even opzij kijk, voel ik met ze mee. Zwaar getekende
gezichten, hoorbaar gekreun. Een enkeling wandelt met stijve benen omhoog. Het
lichaam lijdt hevig. Ik denk aan Alco en ik hoop dat-ie zonder kleerscheuren de
finish haalt. Ik neem maar aan dat Arjen hem er wel door heen zal praten. Hij
zal nog weleens terug denken aan zijn toch wel gebrekkige voorbereiding met te
weinig kilometers in de benen. Dat zal hem
bij een eventuele volgende keer niet weer overkomen, denk ik.
De boot van 17.00 uur heb ik gehaald. Om goed half zeven
gaat de telefoon. Karin: hij heeft het gehaald, hij had nog 8 minuten over!!!!
Ik slaak een zucht van verlichting. Grote klasse!! Ik verbeeld me dat de
spieren in mijn benen stijf en enigszins gevoelig zijn. Kun je nagaan!
Uitslag 60 van Texel, 1 april 2013: Alco de Jong 60km 6:52:27