Je moet er wel wat voor over hebben. Vroeg, heel vroeg
opstaan, een autorit van een klein uurtje en een boottocht van goed
driekwartier. Ameland, de Adventure Run, een loopevenement in een mooie
omgeving over een prachtig parcours. Het maakt niet uit of je nu 5, 10 of 21,1
km loopt, elk parcours heeft iets bijzonders. Ik heb gekozen voor de 10 km. En
met mij mijn drie reisgenoten.
![]() |
"lotgenoten" 10km |
In Holwerd treffen we veel lotgenoten. Iedereen maakt een
opgewekte indruk. Blijkbaar is men verlost van de dagelijkse beslommeringen en
dat kan ook haast niet anders met het vooruitzicht op een mooi loopevenement.
In Holwerd is het koud, winderig en bewolkt. Op Ameland klaart het weer op. Het
is inmiddels half bewolkt en de wind hindert ons niet.
Gedisciplineerd ontschepen en daarna in ganzenpas op weg
naar Nes, om precies te zijn naar de sporthal. Menigeen buigt in het dorp af
naar een van de vele restaurants voor koffie en omdat de calorieën er straks
toch worden afgelopen, met appeltaart en slagroom. Wìj zetten onze voettocht voort
en komen in een vrijwel lege sporthal. We 'reserveren' een plek ergens in het
midden, voor alle anderen van onze Loopgroep die een boot later zullen
arriveren. Nadat we ons verkleed hebben drinken we onze koffie in de kantine
van de sporthal. Daarna gaat ieder zijns weegs. Ik loop, samen met loopmaatje
D. het dorp in, bekijk hier en daar in een etalage, groet en maak een praatje
met een enkele bekende en strijk even later neer bij de stand van Running
Center Leeuwarden. Veel aanbiedingen, aantrekkelijke prijzen en grappige, leuke
hebbedingetjes. Ondanks dat ik alles al heb in veelvoud kost het moeite de
verleiding te weerstaan. De tijd verstrijkt. Ik nuttig een paar krentenbollen
die ik van huis heb meegenomen en keer terug naar de sporthal. Inmiddels is het
daar een drukte van jewelste. De tijd vliegt.
![]() |
warming up 10km groep(foto Janke van der Schaaf) |
In het startvak staan we dicht opeen. De warming up, olv
Arjen Visserman, hebben we achter de rug. We staan wat te trappelen. De
gesprekken om ons heen gaan als vanouds over wat ons te wachten staat, over
blessures, eerdere prestaties, over persoonlijke records. Maar bovenal dekt men
zich in over de nog te verrichten prestatie, te weinig getraind, nog last van
een oude blessure, zich niet goed voelen, een verkoudheid. Het zijn bekende
excuses. Ik neem ze met een korrel zout en ik ben niet de enige zo te horen.
![]() |
vlak voor de start nog even op foto |
Ik loop in een aangenaam groot gezelschap van gelijk
gestemden met maar een doel voor ogen: de finish! Een kleurig gezelschap, velen
met een tekst op arm, rug, borst en/of been; 'ik loop hard, loopgroep x, ij, of
z, een plaatsnaam, de naam van een sponsor'. Soms trek je een hele tijd op met
een groepje lotgenoten. Om op veelal onverklaarbare reden valt zo' n groep zo
maar uit elkaar. Je ziet ze zelden terug tijdens je tocht. Het bos nadert
inmiddels met rasse schreden. Enige vrees voor wat ons te wachten staat is mij
niet vreemd met al die nattigheid van de laatste tijd. Het is inderdaad een
modderige bende. Iedereen doet een stapje terug om met de nodige omzichtigheid
het droogste en meest begaanbare pad te vinden. We slingeren van links naar
rechts. Het is de keus tussen modder of een 'aanvaring' met een lotgenoot. Het
wordt de modder. Niemand klaagt er wordt gelachen om de capriolen die worden
uitgehaald om droog en vrij van modder te blijven. Aan alles komt een eind. Zo
ook aan deze worsteling. Eenmaal weer in de 'open lucht' op het duinpad wordt
het tempo door vrijwel iedereen wat opgeschroefd. Voort gaat het op weg naar de
overgang naar het strand.
Nog een goede honderd meter en dan wordt het klimmen. Ach,
wat heet klimmen, je moet een hellinkje nemen, niet meer en niet minder. Om mij
heen wordt geïnformeerd naar de toestand op het strand. Niemand die het weet.
Ik geniet van het uitzicht. De duinen, ach je kent het wel, een glooiend
landschap, wat lage begroeiing, v.n.l. bestaand uit wat opschot, hier en daar
een sparretje en veel soorten gras met vooral helmgras. Mijn lotgenoten van de
Loopgroep zijn in geen velden of wegen te bekennen. Een aantal loopt zonder
enige twijfel voor mij uit en anderen achter mij aan. In het startvak stonden
we nog bij elkaar, maar al vrij vlot ben ik iedereen uit het oog verloren. Ik
doe mijn best om ze in het vizier te krijgen. Zover kunnen we toch niet bij
elkaar vandaan zijn. Tenslotte zijn we nog maar een kilometer of wat onderweg.
Ik mis een diepe kuil in het pad, omdat ik teveel om me heen kijk. Ik verstap
me enigszins. Pijn aan heup en knie. Met moeite onderdruk ik een vloek. De pest
in, ik moet een tandje langzamer lopen. En dan omhoog, twijfel, wandelen of
(hard)lopen. Ik ga voor de laatste optie en met mij de meesten. Boven gekomen
werp ik een blik op het strand en iedere keer vind ik het een mooi gezicht: een
lang lint aan hardlopers, felle kleuren die scherp afsteken tegen de wat
donkere lucht, het grauw van het zeewater en grauwgele van
![]() |
het was weer sfeervol in Nes(foto Janke van der Schaaf) |
het zand. Ik 'stort'
mij naar beneden. Iedere stap zakt en glijdt weg in het rulle zand. Zand in de
schoenen, maar er is geen keus, doorgaan. Eenmaal op het harde gedeelte met de
wind achter loopt het 'gesmeerd'. Wat wil je ook. Wind in de rug, de zon
schijnt. Heup en knie doen weer normaal. Ik heb het warm en mij mij velen, zo
te zien. De een ontdoet zich met moeite van een jasje, knoopt het om, een ander
trekt de muts van het hoofd en ik die mijn handschoenen uit. Ik loop weer in
een groepje en dat blijft zo, totdat we het strand af moeten. Iedereen kiest
z'n eigen pad in de veronderstelling de meest gemakkelijke weg naar de top te
vinden. Maar .... het is, hoe je het wendt of keert, toch twee passen omhoog,
een naar beneden. Zwaar hijgend kom ik boven. Voor ons ligt het golvend
duinlandschap. Het pad slingert lichtjes en voert ons naar het Nesserbos. Daar
geen of weinig modder. Het bos ligt ook wat hoger en de grond bestaat v.n.l.
uit zand, dus goed doorlatend. Een lange helling doet mijn hartslag voelbaar
oplopen. Maar die zakt weer als we ik me naar beneden laat rollen. Midden in
het bos hebben we de helft er op zitten. We klimmen en dalen voortdurend. Als
we bijna het bos uit zijn 'duiken' we nog een diepe vallei in om er even later
via een trap er uit te komen. We steken de weg over en dan nog een klein stukje
bos voordat we de polder in gaan met uitzicht op de skyline van 't dorp Buren.
Ik probeer een tandje bij te zetten. Dat doen er meer onder het motto:
'gezamenlijk maar toch ieder voor zich'. Eerlijkheidshalve moet ik wel stellen
dat ik wat vermoeidheid begin te voelen. Het is te merken dat ik nog wat
trainingsarbeid tekort kom. Als op een gegeven moment een tweetal (jonge)
vrouwen in opvallend roze voorbij snellen en een hen bekende 'Henk' vilein toe
roepen dat ze weinig getraind hebben en hem en passant veel succes toewensen op
weg naar het einde, probeer ik het tempo iets te verhogen om na 50 meter tot de
conclusie te komen dat ik toch beter wat rustiger aan kan doen, als ik
tenminste niet 'dood' wil gaan. Buren nadert, in het centrum neem ik een
bekertje water aan, neem een slok en maak me op voor de laatste kilometers. Het
is inmiddels bewolkt geworden, en als we Buren verlaten regent het een beetje.
Nat worden we er niet echt van. Ik verlang naar de finish. Net voordat de
bebouwde kom van Nes begint staat het publiek ons aan te moedigen. Dat leidt
af, de vermoeidheid wordt even vergeten. Nog even naar links, daar schalt de
muziek uit een paar levensgrote boxen. Ook dat helpt. Rechtsaf en nog een keer
naar rechts. De laatste twee honderd meter. Ik pers er nog een lichte
versnelling uit om dan voldaan de finish te passeren met een blik op de klok:
55 minuten en nog wat. Een voldaan gevoel overvalt me. Een mooi parcours, een
geweldige sfeer, goed weer, een plezierig gezelschap en het besef dat ik de
blessure definitief achter me heb gelaten maken deze dag tot een dag om niet te
vergeten.
Meeloper